Silmer is gespecialiseerd in de bewerking van silexstenen en beschikt over twee delvingsplaatsen.De stenen worden op twee verschillende manieren gecalcineerd om zo twee verschillende productgamma’s te verkrijgen.
Silice Cristobalite
De eerste delvingsplaats bevindt zich in het openbaar zeegebied (ongeveer 30000 T/jaar). De blauwe silexstenen, ook keramische stenen genoemd, zijn zeer rijk aan siliciumdioxide. Nadat de stenen op 1600°C gecalcineerd zijn, wordt een erg wit cristobaliet verkregen. De belangrijkste eigenschappen van cristobaliet zijn :
- Soortelijk gewicht van 2.24 (tegenover 2.65 bij onbewerkt siliciumdioxide)
- Uitzonderlijk witte kleur
- Hardheid (7 Mohs)
- Chemische inertie t.o.v. zuren (uitgezonderd waterstoffluoride)
- Verwaarloosbare gloeiingscoëfficiënt tussen 300°C en 1000°C
- Hoog isolerend vermogen
- Verwaarloosbare vorstgevoeligheid
- Verwaarloosbare porositeit
Helder Granulats
De tweede delvingsplaats is een inlandse steengroeve. (55000 T/jaar) De stenen die gedurende duizenden jaren begraven lagen, zijn minder rijk aan siliciumdioxide.
Ze worden gecalcineerd op 1000°C. Na calcineren, vergruizen en zeven wordt steenmateriaal verkregen dat minder wit is dan cristobaliet. Het wordt gecommercialiseerd onder de naam GRANUBLANC. Het gaat om gebroken steenmateriaal van 0 à 2 mm tot 8 à 10 mm, met de volgende eigenschappen: antislip, retroflecterend en niet-vorstgevoelig. Het wordt gebruikt voor de productie van «gedeactiveerd» beton, landschapsveranderingen, aquariums…
Dit product wordt ook gebruikt bij wegenwerken. Voor die toepassing is het product verkrijgbaar onder de merknaam « GRANUSIL ».
Bovendien wordt er dankzij een calcinatie op 1000°C van geoxideerde silex een roos steenmateriaal verkregen, dat GRANUROSE wordt genoemd. Het is het ijzeroxide dat tijdens het calicantieproces die kleur aanneemt. Het wordt voornamelijk als decoratie-element gebruikt.